Arper in New York – Interview met Solveig Fernlund
Arper opende vorige maand haar flagship showroom en kantoor in het hartje van Soho, New York. Een unieke loft van ruim 370 vierkante meter is omgetoverd tot een ruimte waarin de grenzen tussen residentieel en zakelijk gebruik vervagen en waar functionaliteit, eenvoud, flexibiliteit en schoonheid hand in hand gaan.
Verantwoordelijk voor de transformatie en inrichting van de ruimte is Solveig Fernlund. Deze van oorsprong Zweedse architect woont en werkt al jarenlang in de Verenigde Staten en bouwde er een indrukwekkend portfolio op. In een vraaggesprek deelt hij met ons zijn visie op de inrichting van de Arper showroom in New York.
Hoe benader je een architectuuropdracht?
“ Als ik met een bestaande ruimte werk, probeer ik eerst de essentie van die ruimte te vangen. Welke delen zijn karakteristiek en structureel, waar valt natuurlijk licht binnen. Ik hou van de letterlijke betekenis van het woord ‘vormgeven’. Dit impliceert dat voor de inrichting van iedere ruimte een ideale oplossing al klaar ligt om uitgevoerd te worden. De ruimte geeft zich als het ware bloot. In onze steden zijn interieurs bijna een vervanging voor de natuur geworden, waarin je de drukte op straat kunt ontvluchten. Een plek van stilte, maar ook om actief te zijn en inspiratie op te doen. Dus bijna als een natuurlijke omgeving, maar dan door mensen gecreëerd. Bij ieder project hou ik ook al rekening met toekomstige veranderingen. Hiervoor is een intensieve samenwerking en een open dialoog met de opdrachtgever van groot belang”.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
“Mijn inspiratie haal ik vaak uit de natuur en kunst, maar het meest nog uit muziek. Muziek is abstract en kan daardoor dingen uitdrukken die moeilijk in woorden te vangen zijn. Voor mij is het meest open vorm van inspiratie”.
Wat was het concept achter de Arper showroom in New York?
De Arper showroom is een prachtige loft in een typische Soho stijl. Ik wilde de ruimte vooral opener maken. Alle dragende kolommen en plafondbalken zijn zichtbaar gemaakt. Zij definiëren de verschillende functies van de ruimten. De feitelijke showroom is aan de voorzijde van het pand en wordt door relatief eenvoudige, schuivende panelen afgescheiden. De panelen zijn bekleed met een dunne, halftransparante stof zodat het daglicht wel tot diep in de loft kan doordringen. Voor de medewerkers is achterin een gezamenlijke, open werkruimte die op een natuurlijke wijze bij de showroom aansluit. Hier bevinden zich ook een aantal kleinere units die afgesloten kunnen worden. Deze werkplekken bieden privacy voor ongestoord vergaderen en bespreken.
Ben je nog tegen specifieke uitdagingen aangelopen?
“Ik wilde dat de meubelen uit de Arper collectie steeds in een andere setting in de ruimte konden worden toegepast. Het moest mogelijk zijn om kleinere opstellingen te maken, maar tegelijkertijd wilde ik dat het ook een optie was om de hele collectie in een grote ruimte bijeen te zien. Door de toepassing van de verschuifbare textielpanelen kan de ruimte nu op allerlei manieren worden ingedeeld”.
Hoe interpreteer je de relatie tussen architectuur en inrichting?
“Ik zie beide niet als twee verschillende grootheden. Het een versterkt het ander. In mijn optiek moet architectuur rustig en solide zijn en moet een gebouw zich stapsgewijs aan de gebruiker of bezoeker onthullen en uitvouwen. Meubilair kan daarentegen speelser en kleurrijker zijn en naar gelang de functie terughoudend of juist heel royaal worden toegepast”.
Hoe beïnvloedt de ruimte de mensen die er werken?
Voor mij is het interessant om de grenzen tussen een zakelijke en huiselijke sfeer te laten vervagen en te zoeken naar de inherente kwaliteiten van ongeacht welke ruimte of plaats. Het inrichten van een werkplek is niet wezenlijk anders dan het maken een leefruimte. Onze omgeving is van directe invloed op het werk dat we doen en hoe we ons in een ruimte voelen. De meeste mensen besteden het grootste deel van de dag op hun werk. Zo’n plek moet dus altijd warm en uitnodigend zijn, maar ook vrij van rommel en zaken die afleiden. Het moet als een leeg vel papier zijn waarop je je gedachten kunt projecteren en je fantasie de vrije loop laat gaan. De materialen die gebruikt worden moeten tegen een stootje kunnen, maar ze moeten ook aaibaar zijn en mooi verouderen”.
Hoe ontstaat volgens jou goed design?
“Door een luisterend oor en een sterke visie”.
Fotografie: Dean Kaufman